Kerstavond 2017 is het begonnen. Niemand had het zien aankomen, niemand snapt hoe het heeft kunnen gebeuren, niemand snapt wat er nu precies gebeurd is. Maar dat er iets is gebeurd is wel duidelijk. Het was alsof er een wind over de wereld waaide, waar iedereen door geraakt werd. De gevolgen ervan zien we nu, twee jaar later, duidelijk om ons heen.
Het eerste wat opviel was de hoffelijkheid van iedereen tijdens de kerstdagen. Ondanks grote drukte was iedereen bereid om op hun beurt te wachten. De dagen verliepen in een heerlijke rust. Oudejaarsdag was ook bijzonder. Nergens werd vuurwerk afgestoken, totdat het twaalf uur was. En om twee uur was alles weer stil. Er waren geen ongeregeldheden of opstootjes. Bijna geen vuurwerkongelukken, of hinder voor hulpdiensten. Tot zover kon het nog allemaal toeval zijn. Maar wat er de jaren daarna gebeurde overtreft alle verwachtingen.
De eerste weken van 2018 leek iedereen weer gewoon aan het werk te gaan. Opvallend was dat er nauwelijks berichten in de kranten te vinden waren over oorlogen en ongeregeldheden. Juist het tegenovergestelde gebeurde. Er werd een akkoord gesloten tussen Israël en de Palestijnen. Nu wonen Joden Christenen en Moslims door elkaar in de stad Jeruzalem.
Maar er gebeurde meer. De stroom goedkope goederen uit lage lonen landen stopte. Plaatselijke ondernemers in de Westerse landen gingen duurzamere goederen zelf maken. En er wordt niet meer geproduceerd om meer en meer te verkopen, maar om te voorzien in de behoefte. Apparaten worden zo gemaakt dat ze een lange levensduur hebben en gemakkelijker gerepareerd kunnen worden.
Landbouw en veeteelt richten zich vooral op de plaatselijke markt. Grote levensmiddelen producenten openden lokale, kleinere fabrieken, om onnodig transport te voorkomen. Lonen van de arbeiders zijn gestegen, terwijl managementlonen juist daalden. Dividenduitkeringen op aandelen zijn gebleven, maar wel met een maximum. Hogere winsten worden besteed aan productverbetering of lagere prijzen van de producten of hogere lonen.
De landen die economisch goed draaien, besteden veel geld aan het helpen van de landen waar het minder gaat. Niet om winst te maken, maar om ook die landen zelfvoorzienend te maken. Overheden zorgen voor een goede infrastructuur en een eerlijke verdeling van opbrengsten uit belasting.
Energie is duur, maar dat komt omdat er veel geïnvesteerd wordt in alternatieven energiebronnen. In plaats van meer en meer, wordt ingezet op minder energieverbruik. Onnodig transport is niet meer van deze tijd.
Natuurlijk zijn er nog steeds problemen, maar die zijn bijna altijd op persoonlijk vlak. Er wordt niet meer gemoord om geld of goederen.
Toen ik wakker werd was het 24 december 2017, in de ochtend……….